Gipskruid is een geslacht van uiteenlopende soorten planten als eenjarigen en vaste planten. Alle soorten houden van kalk. Van oorsprong is gipskruid een kalkminnende plant, maar de tolerantie van geteelde soorten voor grond met weinig kalk is groot. De Gypsophila ‘Rosenschleier’ mag in elk geval niet te nat komen te staan.
Daarom dient de grond poreus te zijn.
Een zonnige standplaats is belangrijk. Hoe kan ik Gipskruid snoeien ? Er van uitgaand dat Gipskruid in potten verkocht wordt, kan de plant uit de pot verwijderd worden. Wortels loskrabben uit de kluit. Planten op de juiste plek zetten. Graaf met je hand een gat in de gespitte grond.
Het Gipskruid in het gat zetten, goed aandrukken en deze netjes aanharken.
Een klein beetje korrelmest strooien en. Gipskruid droogt u door het te snijden net voor de bloemen open gaan. Maak bosjes en hang ze ondersteboven op een koele, donkere plaats op. Gebruikt u gipskruid als snijbloem, doe dan snijbloemen voedsel in het water. Ze hebben ten minste vier uur zon per dag nodig.
Hier heeft elke gebruiker zijn eigen foto album. Kies voor het drogen bloemen die er nog op hun best uitzien, nog een diepe kleur hebben en nog geen tekenen van verval vertonen. Voordelige staffelprijzen Lage verzendkosten gratis afhaalpunten. Gipskruid Gypsohila paniculata ‘Bristol Fairy’ heeft relatief grote gevulde bloemen, die zuiver wit van kleur zijn.
Welke soorten Gipskruid zijn er? Het geslacht Gypsophila telt wel tachtig soorten die zowel een- als meerjarig kunnen zijn. Aangezien het Kruipend gipskruid oorspronkelijk uit berggebieden komt, leent deze vaste plant zich perfect voor in rotstuinen.
Gipskruid heeft roze of witte bloemen met een heel bescheiden omvang van zo’n - mm. De officiële naam van gipskruid is Gypsophila, dat komt van de Griekse woorden ‘gypsos’ = gips (kalksulfaat) en ‘philos’ = vriend. Deze mooie naam verwijst naar de voorkeur van de bloem voor kalkrijke bodems.
Het is iets moois en de start van een nieuw maar kwetsbaar en onzeker begin.
Verse kiemen moeten tegenwoordig tegen heel wat kunnen om te. De basale bladeren zijn klein, lansvormig, grijsgroen tot blauwgroen van kleur, de plant bloeit van juli tot september met een ware zee van eerst witte ,1cm grote bloempjes die later lilaroze verkleuren. Gipskruid bloeit van juli tot oktober met donker geaderde, roze, soms witte, bloemen.
De 5-mm grote kroonbladen zijn uitgerand of gekarteld. De klokvormige tot tolvormige, vijfnervige kelk is 4-mm lang. De vrucht is een eenhokkige, openspringende doosvrucht.
Het zwarte, mm grote zaad is niervormig. Een wolk van kleine witte of roze bloempjes naar gelang de cultivar met fijn grijsgroen loof. In de winter mag ze niet te nat staan. Het gipskruid is een makkelijk te kweken vaste plant die weinig onderhoud vraagt. De grond mag voor deze plant aan de droge kant zijn.
Zorg er wel voor dat de aarde rond de wortels niet uitdroogt. Voor de winter sterven de stengels bovengronds af. Met één nerf, grijsgroen, zittend. Wanneer het Gipskruid in bloei staat weten insecten zoals vlinders en hommels je tuin te vinden.
Hoewel de vaste plant op vrijwel iedere grondsoort groeit, gaat de voorkeur uit naar een kalkhoudende grond. Om deze site optimaal te gebruiken is het noodzakelijk om Javascript aan te zetten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.